Omdat het team zo veel ervaring heeft, worden bepaalde problemen die een kind met Down kan hebben, sneller gezien. Bijvoorbeeld leukemie, problemen met zien en horen, een glutenallergie of schildklierstoornissen. Maar ook hartafwijkingen, psychische problemen of epilepsie komen voor.
Het Downsyndroomteam kan ook tips geven aan ouders en kinderen. Bijvoorbeeld om een geschikte crèche te vinden of een therapeut die goed kan omgaan met kinderen met Down. De KNO-arts van het Downsyndroomteam heeft veel ervaring met het inbrengen van buisjes bij kinderen met het syndroom van Down. Ook de kinderanesthesist, die kinderen voor een operatie in slaap brengt, kan extra goed omgaan met kinderen met Down.
Ouders kunnen met hun kind naar het Downsyndroomteam komen, ook als het kind door een andere arts of in een ander ziekenhuis behandeld wordt. Dit heet een second opinion aanvragen.