De laboratoriummedewerker neemt eerst een zogeheten 'ademmonster' af: je ademt dan één keer uit in een buis. De buis zit vast aan een opvangsysteem. Daarna krijg je een vloeistof met suiker te drinken. Vervolgens adem je elk half uur een keer uit in de buis. Behalve het water mag je niets eten of drinken.