-
Je bent in het Juliana Kinderziekenhuis voor een MRI-onderzoek. Bij deze balie kun je je aanmelden.
-
Dit is de wachtruimte. De medewerker die de foto’s maakt, noem je de laborante. Als je aan de beurt bent, word je door de laborante opgehaald en meegenomen naar de kleedruimte.
-
De laborante vertelt welke kledingstukken je uit moet doen.
Je begeleider mag tijdens het onderzoek bij je blijven.
-
Dit is de kamer waar de foto’s worden gemaakt. Het scanapparaat werkt als een grote magneet. Er mogen geen metalen mee naar binnen. Je mag wel je knuffel meenemen.
-
Zo ziet het scanapparaat eruit. Het lijkt op een tunnel en is aan twee kanten open. Het bed kan omhoog en omlaag en in en uit het scanapparaat worden geschoven.
Van het maken van de foto’s voel je niets.
-
Je gaat op het bed liggen. De laborante legt uit hoe alles gaat. Met behulp van een lichtje wordt gekeken of je goed ligt. Afhankelijk van welke foto’s de laborante wil maken, lig je op je buik of op je rug.
-
Je krijgt een plastic mat op je buik. Dit heet een 'spoel'. De spoel wordt met banden over je buik vast gemaakt.
-
Het scanapparaat maakt een hard, bonkend geluid. Daarom krijg je een koptelefoon op, zodat je tijdens het onderzoek naar muziek of een verhaaltje kunt luisteren.
-
Je krijgt een alarmbelletje, dit is een balletje waar je in kunt knijpen als er iets is.
-
De laborante schuift het bed langzaam in de tunnel. Je begeleider die met je meegekomen is, mag bij je blijven zitten. Tijdens het maken van de foto’s is het belangrijk dat je heel stilligt. De laborante gaat naar een kamertje. Ze kan met jou praten: jij hoort haar via de koptelefoon. Ze kan jou door het raam zien, terwijl ze de foto’s maakt. Soms word je gevraagd diep in te ademen en je adem vast te houden.
-
Als de foto’s klaar zijn, wordt het bed uit de tunnel geschoven en mag je weg. Kleding die je eerder uit hebt gedaan mag weer aan.
-
Zo ziet een foto eruit, gemaakt door de MRI-scan.