Bij een inspanningstest krijg je eerst een flowvolumemeting. Daarna mag je rennen op de loopband: eerst één minuut wandelen en daarna zes minuten rennen in een behoorlijk tempo. Tijdens de test adem je in door een soort pilotenmasker. Verder krijg je een band om de borstkas om je hartslag te meten. Na het rennen wordt het flowvolume onderzoek een aantal keren herhaald om na te gaan wat de invloed van het rennen is geweest op de longfunctie.
Inspanningstest op de loopband (folder)
De test duurt ongeveer een uur.
Bij het eerstvolgende bezoek aan de kinderarts. Soms wordt de uitslag telefonisch besproken.