Bij een EMG-onderzoek (elektromyogram) wordt onderzocht hoe de zenuwen functioneren (dit wordt ook wel een zenuwgeleidingsonderzoek genoemd). Soms wordt ook de werking van de spieren onderzocht (een spieronderzoek).
Bij het zenuwgeleidingsonderzoek worden zenuwen in je arm of been gemeten. Dit gaat als volgt: je krijgt plakelektroden op je huid. Hier voel je niets van. Daarna worden lichte schokjes op de huid gegeven. Dit geeft een raar, kriebelig gevoel. Met de computer wordt nu de reactie en het functioneren van de zenuw gemeten. Dit is niet pijnlijk.
Bij het spieronderzoek wordt met een dun naaldje in een aantal spieren geprikt. Dit doet een beetje pijn. De spier geeft een pruttelend geluid en dit geeft informatie over het functioneren van de spier.
EMG-onderzoek bij kinderen (folder)