-
Je krijgt een onderzoek om te kijken hoe je hart werkt. Dit heet een ElektroCardioGram (ECG).
Je meldt je bij de balie.
-
Vaak wordt eerst je lengte gemeten en op de weegschaal je gewicht gewogen.
-
Voor het onderzoek doe je de bovenkleding uit.
-
Op je borst, je armen en benen worden plakkers geplakt. Die meten je hartslag.
-
De verpleegkundige klikt aan iedere plakker een snoertje. Het snoertje geeft informatie aan de computer.
-
Wanneer alles goed zit moet je goed stilliggen. De computer print jouw hartslag op papier. De verpleegkundige kan dit aan jou laten zien.
-
Het onderzoek duurt maar heel even. Daarna verwijdert de verpleegkundige de snoertjes en plakkers.
-
Wanneer het onderzoek klaar is, trek je je kleren weer aan en mag je gaan.