De arts brengt dan een dunne slang via je mond of neus naar de luchtwegen. Zo kan de arts zien of er misschien sprake is van een ontsteking, infectie of andere afwijking. Ook kan de arts via de slang stukjes van het slijmvlies weghalen voor nader onderzoek.
Het onderzoek gebeurt bij kinderen onder algehele verdoving (narcose) en vindt plaats in een operatiekamer.
Als je langdurige of ernstige luchtweg- of longklachten hebt, kan een bronchoscopie nodig zijn om zeker te weten welke aandoening je hebt. Ook kan de arts een luchtpijptakje, dat door slijm afgesloten is, weer open ‘zuigen’. Zo kun je weer makkelijker ademhalen.