Als je jonger bent dan 8 jaar, krijg je de injecties meestal van je ouders. Als je 8 of 9 bent, kun je jezelf leren injecteren. Dat leer je van de diabetesverpleegkundige.
Je kunt ook kiezen voor een insulinepomp. Dat is een apparaatje dat de hele dag kleine hoeveelheden insuline afgeeft. Hierdoor blijft je bloedsuiker stabieler en krijg je minder hypo’s. En je kunt er makkelijker mee leven en sporten.
Nee, maar je moet wel leren om een diabetespen goed te gebruiken. Hoe het precies moet, leer je van de kinderdiabetesverpleegkundige.
Dat hangt af van het soort insuline dat je gebruikt. Vaak spuiten mensen in billen, armen, bovenbenen of buik. Het is het beste om steeds op een andere plek te prikken. Zo voorkom je littekens en spuitplekken.