Alle kinderen die door het diabetesteam worden behandeld, krijgen uitgebreide instructie over wat te doen bij ontregeling van de diabetes. Om ontregeling tijdens het sporten te voorkomen, zijn er diverse adviezen. Hieronder kan je ze lezen.
Om een hypoglycemie tijdens het sporten te voorkomen: laat uw kind voorafgaand aan de inspanning extra koolhydraten eten (15 - 30 gram) of verminder de insulinehoeveelheid.
Advies 2
Om een late hypoglycemie na het sporten te voorkomen: laat uw kind voorafgaand aan de inspanning een pastamaaltijd eten. Zorg verder dat de glycogeenvoorraad ook na de inspanning op pijl blijft. Dit kan door enkele uren na het sporten extra koolhydraten te nemen en/of enkele uren na de inspanning minder insuline te nemen (de avond- of nachtdosis).
Advies 3
Om hyperglycemie en ketonen te voorkomen: zorg voorafgaand aan de inspanning voor een goede bloedglucose en een goede glycogeenvoorraad door een pastamaaltijd te eten. Bij een bloedglucose van > 20 en/of de aanwezigheid van ketonen in de urine: corrigeer dan eerst de bloedglucose met snelwerkende insuline en stel het sporten 1 of 2 uur uit.
Advies 4
Houd altijd druivensuiker (dextro) bij de hand.
Advies 5
Zorg dat de omgeving op de hoogte is van de diabetes en laat uw kind altijd een SOS-plaatje dragen.
Advies 6
Kies een plaats op het lichaam om te spuiten die het minst betrokken is bij de inspanning. Spuit bij wielrennen bijvoorbeeld in de bil in plaats van in het been.
Advies 7
Controleer de bloedglucose voor, tijdens én na het sporten.