Als je bijziend bent, zie je dingen die verweg zijn niet scherp. Dingen die vlakbij zijn, zie je juist wel scherp (vandaar: bij-ziend). Bijziendheid komt veel voor; je bent dus echt niet de enige. Vaak begint het bij kinderen tussen de 6 en 12 jaar en wordt de bijziendheid erger totdat je 25 bent. Daarna blijft het meestal stabiel.
Heel simpel: je krijgt een bril of lenzen. Daarvoor kom je onder behandeling bij een orthoptist. Die bepaalt met druppels in je oog hoe sterk je bril of contactlenzen moet(en) zijn. Je krijgt regelmatig een afspraak bij de orthoptist om te zien of je ogen niet verslechteren.
Als je bijziendheid snel erger wordt, kun je behandeld worden met druppels (atropine) of speciale lenzen om dit proces te vertragen.
Ernstige bijziendheid (sterker dan -6) kan leiden tot het dunner worden van je netvlies. En na je 40e kan dit allerlei ernstige oogklachten veroorzaken, zoals netvliesloslating en staar.